Music for a while’ – een toelichting

De komende twee concerten hebben als titel Music for a while (muziek voor even). Het programma bestaat uit wereldlijke muziek van componisten uit de Renaissance, Barok, Romantiek en 20e eeuw voor zowel koor a capella als met pianobegeleiding. Pianist is Philine Coops.
Na de prachtige concerten Muziek in Passietijd met Duitse barokmuziek kozen we nu voor een heel ander programma, een groot contrast met het vorige repertoire.
We geven de twee concerten op

  • 21 mei om 16.00 uur in de Plantagekerk in Harderwijk;
  • 22 mei om 11.00 uur in de Grote Kerk in Zwolle (Academiehuis), een zondagochtendconcert.



Klik hieronder op de titels voor meer achtergrondinformatie.

Het concert opent met Wechsellied zum Tanz (uit Drei Quartette op. 31) uit 1863 van Johannes Brahms (1833-1897). Een vrolijk, dansachtig muziekstuk voor vierstemmig koor en piano op een tekst van Johann Wolfgang von Goethe. Het lied kent twee motieven: een dansachtig motief van de ‘onverschilligen’ waar het mee begint, en een wat lyrisch motief van de ‘gevoeligen’ dat halverwege klinkt.

De titelsong Music for a while is een arrangement voor gemengd koor van het beroemde lied van de Engelse barokcomponist Henry Purcell (1658-1695). Het lied heeft een melancholische sfeer. De stemmen vullen elkaar harmonisch aan. De alt-, tenor- en baspartij begeleiden de hoofdmelodie van de sopranen. Het wordt gezongen door een klein ensemble uit het ZVE.

Het lied Efter vinterns bestaat uit twee strofen van een gedicht van de Zweedse dichteres Ulla Liefwental. Ik kwam de tekst tegen bij een goede vriend van mij. Al lezend ontwikkelde zich in mijn hoofd de melodie. Het werd een compositie voor vierstemmig koor met pianobegeleiding en behoort tot de acht composities die ik in coronatijd schreef voor het ZVE. Tijdens de twee concerten klinkt de première.

Thomas Morley (1557of 1558-1602) was een Engelse renaissancecomponist. Zijn Since my tears and lamenting is een melancholische compositie voor vierstemmig koor a capella. Het is een zogeheten madrigaal, een koorwerk op wereldlijke tekst. Dit werk wordt eveneens in een kleine koorbezetting uitgevoerd.

Philine Coops speelt het vijfde deel uit Intermezzi V voor pianosolo van de Zwolse organist en componist Toon Hagen (1959). Ze ontstonden naar aanleiding van het verschijnen en de presentatie van de gedichtenbundel Ephemeride van Colette Noël-ten Holt aan wie de composities werden opgedragen. Haar gedichten beschrijven het winterse karakter van de natuur en de eindigheid van het leven. Intermezzo V  is zeer verstild waarbij de afzonderlijke stemmen in een dialoog met elkaar verbonden zijn. Al meanderend vindt het stuk zijn weg om aan het eind volledig tot rust te komen.

Na deze verstilling zingen de vrouwen van het ZVE het schitterende lied Morgonen van de Zweedse componist Oskar Lindberg (1887-1955). Eenvoud siert de kunst! Kenmerkend is de Scandinavische melancholie. De drie stemmen (SSA) zetten achter elkaar in met een stijgende melodie. Aan het eind klinken de stemmen unisono. Het werk eindigt in alle verstilling.

Genesis is een tekst van Ida Gerhardt (1907-1997). Zij schetst in dit gedicht de ouderdom, niet als een neergang maar als een verandering, waarbij alle waan van de dag op de achtergrond komt. Naarmate de jaren vorderen ontstaat er meer ruimte voor inzicht en beschouwing.

De compositie is voor vierstemmig koor a capella. Het behoort eveneens tot de acht composities die ik in coronatijd schreef voor het ZVE. Tijdens deze twee concerten klinkt de première.

Robert Schumann (1810-1856) was een groot componist in de vroege Romantiek. Hij schreef – evenals Schubert, Mendelssohn en Brahms – diverse werken voor koor met pianobegeleiding. Schumann was gefascineerd van het zigeunerleven nadat hij de gedichten over zigeuners van Emanuel Geibel had gelezen. Het lied Zigeunerleben Op. 29 no.3 uit 1840 is een zeer opgewekte compositie met in het midden enkele passages voor solisten.

The turtle dove van Ralph Vaughan Williams (1872-1958) is een arrangement van een Engels volkslied uit de  18e eeuw. Het oorspronkelijke arrangement werd geschreven voor baritonsolo en piano. Later heeft Vaughan Williams het opnieuw gearrangeerd voor baritonsolo en vierstemmig koor a capella. Het is muziek met een gevoelig karakter. De singer-songwriter Joan Baez zong het in 1960.

Les Barricades mystérieuses van de Franse barokcomponist François Couperin (1668-1733) is een compositie voor klavecimbel. Het is het vijfde deel uit zijn Ordre 6ème de clavecin uit 1717. Les Barricades mystérieuses is een rondo; het kent een hoofdthema dat drie keer wordt afgewisseld met tussenspelen, zoals in een gedicht een refrein na elk couplet terugkeert. Het werk kent niet veel ingewikkelde versieringen en leent zich uitstekend om gespeeld te worden op een moderne vleugel.

De laatste twee composities zijn van de Zweedse componist

Wilhelm Stenhammar (1871-1927).

Sverige is een langzaam koorwerk met een zeer nationalistisch karakter, gecomponeerd voor vier- tot zevenstemmig koor a capella. Het wordt ook wel het tweede volkslied van Zweden genoemd en wordt meestal op oudjaarsavond gezongen.

Aansluitend hoort u het schitterende koorwerk Vårnatt uit 1919. Stenhammar schreef dit werk voor vier- tot zevenstemmig koor. De tekst is een romantische ode aan de warme en liefdevolle lentenachten. Ook hier klinkt de Scandinavische melancholie volop. De pianopartij is niet alleen ondersteunend maar heeft ook een zelfstandige functie. De markante, stijgende melodie van de inleiding komt regelmatig terug. Na de inleiding horen we een vierstemmig vrouwenkoor. Daarna voegen de alten, tenoren en bassen zich bij de sopranen. Aan het slot componeert Stenhammar een enorme climax voor zevenstemmig koor om te eindigen zoals het begon: in alle verstilling.

We heten u graag welkom op één van de concerten op 21 en 22 mei !

Martien Hovestad