J.S. Bach: 415 of 440?
Bach zingen viel me toen niet mee! Waarom niet? Het tempo was (te) traag en – nog belangrijker – de stemming (toonhoogte) was op A’=440 trillingen per seconde (= Hertz). Die A’ is de zesde toon boven de centrale C, ongeveer middelste toon op de piano.
Een dirigent gebruikt vaak een stemvork of toonvork. Deze geeft als die wordt aangeslagen, 440 trillingen per seconde en dan hoor je dus de A’. Die moderne stemming (toonhoogte) is internationaal officieel vastgesteld in Londen in mei 1939 door internationale musici en muziekwetenschappers uit Europa en Amerika.
Johann Sebastian Bach leefde echter in de tijd van de Barok. In die periode was de stemming A’=415 hertz, een halve toon lager en dat betekent nogal wat voor de menselijk stem. Als we Barokmuziek uitvoeren met moderne instrumenten zijn deze gestemd op A=440 Hertz (tegenwoordig zelfs wel op A=443 Hertz), dus een halve toon hoger dan in de tijd van Bach. De instrumenten en vooral de strijkinstrumenten werden technisch steeds beter. Een hogere stemming betekende meer kracht in de orkestklank. Dat geldt echter dat niet voor de koorklank! Omdat het koor hoger zingt dan oorspronkelijk werd bedoeld moeten met name sopranen en tenoren zich onnatuurlijk vocaal inspannen. Hiermee wordt ook de sfeer van het koorwerk anders: minder ‘warm’ en onnatuurlijk.
Tijdens mijn conservatoriumstudie kwam ik in aanraking met de Hohe Messe van Bach. Dit grootse werk werd vier keer uitgevoerd door het Bachkoor en orkest o.l.v. Jacques Reuland. Dat was voor ons als studenten/zangers een onvergetelijke ervaring! Maar alles met moderne instrumenten dus op A=440 Hertz. Voor de koorzangers dus een moeizame klus, zelfs voor studenten die zang als hoofdvak hadden, zoals ik. Ik heb toen ervaren dat de Hohe Messe tot de moeilijkste koorwerken in de muziekgeschiedenis behoort.
Niet veel later werd ik lid van het projectkoor Collegium MUSORA in Deventer, dat onder leiding stond van organist en dirigent Jan Kleinbussink. Jan speelde vaak kistorgel in het orkest van Ton Koopman en wist ons de verfijnde kneepjes van het zingen van Bach bij te brengen. Voor het eerst zong ik de muziek van Bach op A=415 Hertz. Het hele koorwerk was dus een halve toon lager: in de originele toonhoogte uit die tijd. Het zong allemaal veel natuurlijker. Wat was dát een verademing!
Met MUSORA hebben we vaak cantates van Bach en een aantal keren de Matthäus Passion uitgevoerd met het professionele barokorkest Florilegium Musicum. Dat orkest speelde met oude instrumenten of kopieën uit de tijd van Bach. De stemming was dus A’=415 Hertz.
Van de cantates van Bach is me voor vooral cantate 106, de Actus Tragicus, bijgebleven. We hebben met MUSORA deze cantate meermaals in Nederland uitgevoerd, maar ook in Kassel, Duitsland. Ik mocht toen de tenorsoli zingen. Wat was ik als (solo)zanger gelukkig met die ‘oude stemming’. Het zong veel ontspannender.
Ook het motet Jesu, meine Freude van Bach hebben we met MUSORA diverse malen in Nederland en in Kassel gezongen en altijd met de ‘oude stemming’. Bach schreef dit werk vocaal zo goed dat je het al na een paar keer zingen bijna uit je hoofd kent – en dat ondanks de vele onderdelen (elf in totaal) en de zo nu en dan lastige harmonische wendingen. Het motet behoort tot de topstukken in de muziekgeschiedenis. Dat komt o.a. door de melodie van het koraal Jesu, meine Freude, geschreven door Johann Crüger.
Op de komende concerten van 19 en 20 maart zingt het ZVE de koorwerken met een barokensemble. Gelukkig kunnen we daardoor alle werken op de originele toonhoogte zingen, dus op A=415 Hertz.
Het ZVE zong cantate 106 ook in 1998. Het motet Jesu, meine Freude zongen we in 1998 en 2004. Toen ook al op A’= 415 Hertz. Nu mag ik beide werken opnieuw met ‘mijn’ zangers uitvoeren. Dat voelt als een eer. Het brengt me terug naar de tijd van het Overijssels Kamerkoor, het Conservatorium Bachkoor en Collegium MUSORA. Mooie, leervolle tijden waren dat, waarvan ik nu nog als dirigent de muzikale vruchten pluk. Met dank aan mijn twee leermeesters, Jacques Reuland en Jan Kleinbussink!
Luistervoorbeelden van motet Jesu, meine Freude – J.S. Bach:
Martien Hovestad